Musici gebruiken gewoonlijk een capo om de toonhoogte van een gefret instrument te verhogen, zodat ze in een andere toonsoort kunnen spelen met dezelfde vingerzettingen als bij het open spelen (d.w.z. zonder een capo). In feite gebruikt een capo een fret van een instrument om effectief een nieuwe topkam te creëren bij een hogere noot dan de oorspronkelijke topkam van het instrument. Capo's zijn er in verschillende maten en vormen voor verschillende instrumenten en fretboard curves. Factoren die per type capo verschillen zijn; gebruiksgemak, grootte, mate van interferentie met de handen van de speler, en het vermogen om de snaren gelijkmatig vast te houden zonder de stemming te beïnvloeden. Spelen met een capo geeft hetzelfde muzikale effect als alle snaren eenzelfde aantal stappen hoger stemmen. Echter, het gebruik van een capo beïnvloedt alleen de open noot van elke snaar. Elke andere fret blijft onaangetast (bv. de zevende fret van een E-snaar speelt nog steeds een B noot voor elke capo positie op of onder de zevende fret), en dus hoeft de speler niet de hele toets aan te passen of opnieuw te leren zoals hij/zij zou doen bij herstemmen. De mensuur van een instrument beïnvloedt de klankkleur van de snaren, en dus kan het gebruik van een capo de toon van het instrument veranderen.
